(Dit artikel is eerder verschenen in de NVOX quantum special, april 2025)
De quantumwereld is wezenlijk anders dan de klassieke wereld zoals wij die kennen. Zo leren we bijvoorbeeld in het natuurkundeprogramma dat plaats en impuls niet onafhankelijk te meten zijn. Uit onderwijsgesprekken weet ik hoe moeilijk het is om leerlingen hiervan te overtuigen. Ook superpositie komt aan de orde, nog zo’n ongrijpbaar begrip. Voor verstrengeling kun je niet bij natuurkunde terecht, maar mogelijk wel bij nlt of wiskunde D. Verstrengeling is juist de eigenschap waar huidige ontwikkelingen in de quantumtechnologie op gestoeld zijn. Er wordt hard gewerkt om deze, voor ons esoterische, eigenschap technologisch te beheersen en toe te passen in quantumcomputers, quantumcryptografie, quantumsensing en quantuminternet. Mocht dit lukken, dan gaat er een heel nieuwe markt open en kan het ons dagelijks leven grondig veranderen. Het is moeilijk om te fantaseren over hoe technologie zich ontwikkelt. Voorspellen is moeilijk, zeker als het de toekomst betreft, nietwaar? Nu spelen quantumprocessen zich meestal (maar niet altijd) zowel in ruimte als in tijd op veel kleinere schaal af dan we in ons vertrouwd klassieke wereldje gewend zijn. Maar met dat in het achterhoofd is het toch wel leuk om eens te fantaseren. Het volgende verhaaltje nodigt je daartoe uit.
Jagen en Konijn:
Jager deed boodschappen in de supermarkt. Het was een ijdeltuit die jager. Wie gaat er nu in vol ornaat naar de supermarkt? Veer op de hoed, loden jas, knickerbocker aan. Zijn nieuwe dubbelloops jachtgeweer lag in zijn karretje, netjes gebroken dat wel. In de middag zou hij eropuit gaan. Ook Konijn deed boodschappen in de supermarkt. Hij was op zoek naar de sla. Konijn kon het niet laten. Bij het inladen van de sla moest hij altijd even zijn hoofd in de vitrine steken. De twee spiegels aan de kopse kanten lieten het lijken of de bak oneindig lang is. Altijd even proberen of je oneindig veel kopieën van jezelf kunt zien. Dat deed hem denken aan dat rare vakantiehotel, maar dat is een ander verhaal. Wat een super positie! IJdeltuit, dacht ‘ie bij zichzelf.
Jager en Konijn kwamen elkaar tegen. Konijn schrok zich wild, maar vermande zich en zei ongemakkelijk: “Eh ha jager, jij hier?” “Eh ja”, stamelde Jager, even ongemakkelijk, maar toch vanuit een ander gevoel. Een konijn ‘at point blank’ in de supermarkt, nietwaar. “Ja ik ben op zoek naar wat laurier voor de saus ... .” Hij voelde dat hij de rest van zijn zin niet af kon maken. Was dat nu compassie? Voelde hij zich verbonden met Konijn?
Ding Dong!
De omroepinstallatie was zijn redding. De muzak werd onderbroken voor een boodschap. “Vandaag in de aanbieding: Shampoo, zónder nanoplastics maar mét nieuwe quantumformule.” Wat zijn die supermarkt reclames toch plat. “En jij Konijn?” Met dat hij het zei vroeg Jager zich af waar zijn belangstelling nu werkelijk vandaan kwam. “Oh, ik haal wat stro, moet het hol winterklaar maken hè.” “Ik ga maar eens verder”, zeiden ze tegelijk. Een mooie zin om een ongemakkelijk gesprek af te breken. Nog geen minuut later liepen ze elkaar weer tegen het lijf. Het contact was nu misschien nog wel ongemakkelijker.

Is dit toeval of niet? Waarschijnlijk wel, de kans is groot natuurlijk. Jager en Konijn waren beide van huis uit berekenende types. Ze beheersten hun kansberekening. Erin getraind om de ander te snel af te zijn probeerden ze allebei als eerste te zeggen:
“Bij de derde keer trakteren!” en ze wezen naar elkaar. Hun vingertoppen raakten elkaar bijna, en ze lachten tegelijk, ietwat gespannen. Ze vervolgden hun weg, maar een derde ontmoeting was onvermijdelijk, zo groot was die supermarkt nu ook weer niet. Ik kan maar beter alvast een traktatie kopen dachten ze allebei. Konijn had het geweer in het wagentje bekeken. Dubbelloops, maar slechts plek voor één patroon. Hmmm.

Konijn kocht zijn stro en Jager laurierblad. Om zich in te dekken voor een derde ontmoeting vond Konijn voor Jager een vel plakplaatjes bij de tekenspullen. Daar kon hij zijn geweer mee opleuken. Jager kocht de shampoo uit de aanbieding en legde dit naast zijn geweer in zijn wagentje. Op weg naar de kassa dan maar.

Knal!
De twee winkelwagentjes vlogen tegen elkaar. Driemaal is scheepsrecht. “Trakteren!” riepen ze tegelijk en ze wezen naar elkaar. Hun vingers raakten elkaar weer bijna. Er leek een vonk over te springen. “Beloofd is beloofd”, zeiden ze weer bijna tegelijk, en ze gaven elkaar een cadeautje. Het gaf een fijn gevoel op deze ontmoeting voorbereid te zijn. “Alsjeblieft, nieuwe shampoo, genoeg voor je hele familie”, zei Jager. Konijn was gevleid, ijdel als hij was.
Konijn op zijn beurt: “Alsjeblieft, een mooi plakplaatje voor op je geweer’.”Ook Jager was verguld. Konijn likte aan de achterkant en plakte het plaatje op de kolf. “Quantumlijm, hecht uitstekend”, zei hij met een knipoog. Op het plaatje stond een tekst in een waarschuwingsbord:
‘Niet Overhalen, Terugslag’
stond erop. Aandoenlijk, dacht Jager.
Op naar huis!
Eenmaal thuis bereidde Jager de saus en maakte Konijn het hol winterklaar. Konijn ging onder de douche en waste zich van top tot teen met een flinke scheut van de nieuwe shampoo. “Wat zie je er knuffelig uit”, zei zijn vrouw nog.
Ondergronds was het konijnenhol een labyrint van gangen. Graven was een gedeelde hobby van de familie. Het konijnenhol had twee gaten naar buiten. Allebei dienden ze als in- en uitgang, zo georganiseerd is het konijnenleven niet. De jager kon toch maar op één gat mikken. De laatste tijd gokte de jager wel verrassend vaak op de goede uitgang. Zijn kansberekening was zeker verbeterd, maar mikken was gelukkig nog een dingetje.
In de middag ging de jager eropuit. “Ha”, zei de jager in zichzelf. “Ik heb Konijn quantumshampoo gegeven met een bijzondere band met mijn geweer.” Ik kies nu gewoon altijd de goede uitgang. Na het douchen werd het tijd voor Konijn om een luchtje te scheppen. Beetje flaneren met mijn fluffy vachtje. Konijn hield er rekening mee dat Jager niet zomaar iets weggaf. Door het gebruik van de shampoo was hij verbonden met de jager en zijn geweer. Het geweer zou altijd mikken op het gat waar het konijn zich liet zien. Konijn kwam echter zelfverzekerd naar buiten. Wat doe je nu, Konijn? KNAL! Een grote stofwolk ... in het andere gat. Stampvoetend ging Jager naar huis. Die sticker!